De voordelen van praktijkgericht trainen
Met praktijkgericht trainen leren medewerkers door direct aan de slag te gaan op de werkvloer.... lees meer »
Met praktijkgericht trainen leren medewerkers door direct aan de slag te gaan op de werkvloer.... lees meer »
Sinds kort is de Individuele Werkdrukscan weer actief in de Arbocatalogus Vlees en Vleeswaren. Deze korte werkdruktest... lees meer »
Voor de vleessector hebben sociale partners CNV, FNV en COV een onafhankelijk meldpunt ingericht. Werknemers in de... lees meer »
Het kabinet wil werken lonender maken en voert voor het eerst sinds de invoering in 1969 een extra verhoging door van het minimumloon. Daardoor gaat het minimumloon op 1 januari 2023, in tegenstelling tot het eerdere voornemen, in één keer omhoog met 10,15%. De ministerraad heeft daar op voorstel van minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mee ingestemd.
Door de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) met 8,05% komt het minimumloon (samen met de reguliere halfjaarlijkse indexatie, op basis van de contractloonstijging) per 1 januari 2023 uit op €12,40 bruto per uur bij een 36-urige werkweek. Dat is een totale stijging van 10,15%.
Vanwege de uitzonderlijk hoge inflatie en de gevolgen daarvan op het besteedbaar inkomen van Nederlanders, heeft het kabinet op Prinsjesdag besloten om het minimumloon in één keer te verhogen. Dat is nodig om mensen met lagere en midden inkomens perspectief te bieden en ze weerbaarder te maken tegen (eventuele) financiële tegenslagen. Het kabinet verwacht dat er een overloopeffect zal zijn, waardoor ook werknemers met een inkomen vlak boven het minimumloon hier profijt van zullen hebben.
De aanpassing van het minimumloon kan vanwege de bijzondere omstandigheden worden geregeld via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in plaats van een wetswijziging. Een AMvB kan sneller worden gerealiseerd en betekent ook dat alle aan het minimumloon gekoppelde uitkeringen, zoals de bijstand en de Wajong, automatisch meestijgen.
Let op: Per 1 januari komen de B0, B1, C0, C1 en D0 cao lonen daardoor onder het minimumloon te liggen. Werknemers hebben echter minimaal recht op het minimumloon. Dit geldt ook voor uitzend- en inleenkrachten. Het minimumloon wordt gebaseerd een 36-urige werkweek. Dit geldt ook als een werkgever gekozen heeft voor de 38-urige werkweek.